Actueel

Aanzegverplichting
Een werkgever moet een werknemer wiens tijdelijke arbeidscontract afloopt ten minste een maand van tevoren schriftelijk laten weten of hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten of niet. Doet de werkgever dat niet of te laat, dan heeft de werknemer recht op een zogenaamde aanzegvergoeding. Die bedraagt maximaal het loon over een maand. Voor het recht op vergoeding is niet vereist dat er onzekerheid bestaat over het al dan niet voortzetten. Dat blijkt uit de volgende procedure.
Een tijdelijke arbeidsovereenkomst eindigde op 1 april 2017. Op 27 februari 2017 heeft de werkgever mondeling medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst zou worden verlengd. Niet eerder dan op 21 maart 2017 werd de verlenging van de arbeidsovereenkomst schriftelijk bevestigd. Toen de werknemer enkele maanden later de arbeidsovereenkomst opzegde, maakte hij aanspraak op de aanzegvergoeding. De werkgever betaalde de vergoeding niet. De kantonrechter wees daarna de vordering van de werknemer toe, omdat de werkgever niet tijdig, dat wil zeggen voor 1 maart 2017, de werknemer schriftelijk heeft geïnformeerd over de status van de arbeidsovereenkomst. Op het hoger beroep van de werkgever heeft het gerechtshof de uitspraak van de kantonrechter bevestigd.
De wet maakt geen onderscheid tussen de situatie waarin wel of niet tijdig een mondelinge toezegging is gedaan. Zonder schriftelijke bevestiging van de werkgever heeft de werknemer geen zekerheid over het al dan niet voortzetten van zijn dienstverband en de voorwaarden waaronder een eventuele voortzetting zal plaatsvinden.
Overzicht:

Nieuw modelkoopcontract woningen
De minister van Binnenlandse Zaken heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over een nieuwe versie van het modelkoopcontract voor woningen. Het nieuwe modelkoopcontract bevat zowel het voorbehoud van financiering als het voorbehoud van de bouwkundige keur... Lees verder »
Vorming voorziening
In het zogenoemde baksteenarrest heeft de Hoge Raad geformuleerd aan welke eisen moet zijn voldaan om als ondernemer een voorziening te kunnen vormen voor toekomstige uitgaven. De voorziene uitgaven moeten hun oorsprong vinden in feiten of omstandigh... Lees verder »
Premieheffing tijdens onbetaald verlof
In antwoord op een prejudiciële vraag van de Hoge Raad over de premieheffing heeft het Hof van Justitie EU geoordeeld dat een inwoner van een lidstaat van de EU, die onbetaald verlof neemt om in die periode werkzaamheden in loondienst te verrichten ... Lees verder »
Geen laag tarief voor parkeren
In een arrest uit 2006 heeft de Hoge Raad het bieden van parkeergelegenheid bij een attractiepark aangemerkt als een op zichzelf staande dienst. In een later arrest uit 2012 heeft de Hoge Raad gezegd dat bij een combinatie van diensten, zoals het bie... Lees verder »
Verplicht privévermogen
Binnen de grenzen van de redelijkheid heeft een ondernemer de keuze om vermogensbestanddelen als zakelijk of als privé aan te merken. Vermogensbestanddelen, die uitsluitend of vrijwel uitsluitend zakelijk gebruikt worden, vormen verplicht ondernemin... Lees verder »

