Actueel

Geen aftrek voorbelasting business seats

Geen aftrek voorbelasting business seats

Ondernemers hebben in beginsel recht op aftrek van de omzetbelasting die andere ondernemers voor leveringen en diensten in rekening hebben gebracht. Niet alle in rekening gebrachte omzetbelasting is aftrekbaar. Het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (BUA) beperkt de aftrek van voorbelasting in een aantal specifieke gevallen. De aftrek is uitgesloten voor relatiegeschenken aan personen of ondernemingen die zelf geen of een beperkt recht op aftrek van voorbelasting hebben, zoals overheden en btw-vrijgestelde ondernemers. Ook is de aftrek uitgesloten voor allerlei diensten aan het personeel, zoals het uitkeren van loon in natura en het geven van gelegenheid tot sport, ontspanning of privévervoer van personeelsleden.

De bewijslast dat het BUA van toepassing is en in rekening gebrachte omzetbelasting dus niet aftrekbaar is, ligt bij de Belastingdienst. Dat ontslaat de ondernemer niet van de plicht om in voorkomende gevallen het ongelijk van de inspecteur te kunnen bewijzen. Het is de ondernemer die aanspraak maakt op aftrek van voorbelasting. Wanneer de inspecteur deze aanspraak betwist, zal de ondernemer met de benodigde gegevens moeten komen om zijn standpunt te onderbouwen.

Een voorbeeld waarin het bewijsrechtelijk misging is de volgende casus. Een ondernemer huurde business seats bij een voetbalclub en nodigde zakenrelaties uit om met hem of een van zijn personeelsleden wedstrijden te bekijken. De voor de huur van de zitplaatsen in rekening gebrachte omzetbelasting bracht de ondernemer volledig in aftrek. De Belastingdienst corrigeerde de aftrek van voorbelasting met een naheffingsaanslag omzetbelasting, gebaseerd op twee gronden van het BUA. Ten eerste betrof het de uitsluiting van aftrek voor relatiegeschenken en ten tweede de verlening van diensten aan het personeel. Bezien vanuit de modale consument overheerst bij de terbeschikkingstelling van business seats aan personeelsleden hun persoonlijke belang.

De ondernemer had geen gegevens bijgehouden van welke zakenrelaties hij wanneer had meegenomen om wedstrijden te bezoeken. Het niet bijhouden van deze gegevens kwam de ondernemer duur te staan. De inspecteur stelde zich op het standpunt dat de meegenomen zakenrelaties zelf geen recht op aftrek van voorbelasting zouden hebben gehad indien rechtstreeks aan hen zou zijn gefactureerd. Door geen gegevens te kunnen verstrekken, had de ondernemer de stelling van de inspecteur onvoldoende gemotiveerd betwist en had de inspecteur aan zijn bewijslast, dat het BUA van toepassing is, voldaan.

Ten aanzien van het gebruik van de business seats door personeelsleden heeft de Hoge Raad duidelijk gemaakt dat het bezoeken van een recreatief evenement als een sportwedstrijd in het algemeen een persoonlijke keuze is. Dat geldt ook voor werknemers die op kosten van de werkgever wedstrijden in een voetbalstadion kunnen bijwonen. Wanneer een ondernemer zijn personeel daartoe in de gelegenheid stelt, is het vermoeden gerechtvaardigd dat dit hun privédoeleinden dient. In die gevallen is het BUA van toepassing. De ondernemer kan dit vermoeden ontzenuwen, door aannemelijk te maken dat het bijwonen van het evenement plaatsvond met (potentiële) zakenrelaties. Het BUA is dan niet van toepassing omdat het zakelijke belang overheersend is. Het eventuele persoonlijke voordeel voor de werknemers is dan van bijkomstige aard. Beslissend is met welk doel de ondernemer zijn personeel een evenement laat bijwonen en niet de persoonlijke beleving van het personeel.

Overzicht:

  • Geen boete op overtreding geheimhoudingsbeding vaststellingsovereenkomst

    Geen boete op overtreding geheimhoudingsbeding vaststellingsovereenkomst

    Zowel in arbeidsovereenkomsten als in andere overeenkomsten kan een geheimhoudingsbeding worden opgenomen. Een in de arbeidsovereenkomst opgenomen geheimhoudingsbeding heeft vaak betrekking op een verbod op mededeling omtrent handelwijze of productie... Lees verder »
  • Bepaling hoofdverblijf

    Bepaling hoofdverblijf

    De rentelasten van een eigen woning zijn fiscaal aftrekbaar. Om als eigen woning voor de inkomstenbelasting te kwalificeren moet een woning aan de eigenaar en zijn gezin duurzaam als hoofdverblijf ter beschikking staan. Iemand kan in fiscale zin slec... Lees verder »
  • Geen eigenwoningschuld

    Geen eigenwoningschuld

    Door een privépersoon, die geen ondernemer is, betaalde rente van schulden is alleen aftrekbaar als de schulden zijn aan te merken als eigenwoningschuld. Dat houdt in dat de schulden zijn aangegaan voor de aankoop, het onderhoud of de verbetering va... Lees verder »
  • Fiscale gevolgen echtscheidingsconvenant

    Fiscale gevolgen echtscheidingsconvenant

    De Belastingdienst heeft een brochure gepubliceerd over fiscale gevolgen van een echtscheidingsconvenant. In de brochure wordt uitgebreid aandacht besteed aan de gevolgen met betrekking tot de voormalige gezamenlijke eigen woning.WoongenotZodra een e... Lees verder »
  • Beëindiging arbeidsovereenkomst bij AOW-gerechtigde leeftijd

    Beëindiging arbeidsovereenkomst bij AOW-gerechtigde leeftijd

    In de cao voor het verzekeringsbedrijf is bepaald dat een arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen maar uiterlijk op de dag waarop de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Met die bepaling kan e... Lees verder »